Vergeet mij niet
Bij het opruimen stuit ik op een oud juwelenkistje uit de nalatenschap van de oudste zuster van mijn moeder. Veel sieraden ken ik goed, ik heb er als kind mee gespeeld wanneer ik bij mijn tante mocht logeren. Een voor een neem ik de sieraden in de hand. Een paar sieraden ken ik niet, zoals een gouden ring met de inscriptie W.W. 2-4-39. Die kan niet van mijn oom geweest zijn, want die had als initialen K. K. Dan herinner ik mij een verhaal dat mijn oma mij lang geleden vertelde. Haar oudste dochter had zich voor de Tweede Wereldoorlog verloofd met een marinier of matroos. Zoals zovele mannen werd hij uitgezonden toen de oorlog begon. Hij kwam om bij de slag op de Javazee. Dit moet mijn tantes verlovingsring geweest zijn, wat een verdrietige herinnering.
Hoe zou haar verloofde geheten hebben? Wie was hij? Op internet is een lijst te vinden van omgekomen manschappen. Verbijsterd scroll ik door de eindeloze rij namen van opvarenden die tijdens de slag op de Javazee zijn omgekomen. Bij de letter W scroll ik langzamer naar beneden. Zo heel veel W.W.’s zullen er niet zijn. Het zijn er vier. Mijn oog wordt naar één naam getrokken. Wilhelmus Wildschut, marinier. Geboren, 15 juni 1919, Amsterdam. Overleden, 27 februari 1942. Ik besef dat het niet meer mogelijk is om te achterhalen of één van deze vier mannen de verloofde van mijn tante was, iedereen die het kon weten is inmiddels overleden.
Ik berg het sieradenkistje op en vergeet W. W. en ga over tot de orde van de dag.
Een week later zoek ik naar enkele boeken die ik weer eens wil lezen. Ik open de boekenkast waar deze staan en haal ze eruit. Naast het rijtje boeken valt mijn oog op een stapel poëziealbums. Albums van mijzelf, mijn schoonmoeder, mijn moeder, haar op één na oudste zuster en mijn overgrootmoeder. Ik zet de boeken terug en haal de albums er uit.
Eén voor één blader ik ze langzaam door. Ach, die poëzieplaatjes van vroeger zijn zo mooi. De bladzijdes van de oude albums zijn beschreven met inkt en een kroontjespen. Soms heel goed leesbaar maar soms ook met hanenpoten die nauwelijks te lezen zijn. Ik zie bekende namen uit het verre verleden. Beelden van lang geleden van een Rotterdamse volkswijk komen naar boven in mijn herinnering. In het album van mijn moeders middelste zuster kijk ik vertederd naar het gedichtje dat mijn moeder met bibberende letters voor haar grote zus schreef. Ze was toen nog een heel jong meisje dat nog maar net kon schrijven. Ik blader door en er gaat plots een schok door me heen als ik onder een gedicht uit 1938 een naam zie staan die ik tot voor kort nog heb gezien. “Ter herinnering aan Wilhelmus Wildschut Amsterdam” Het staat er echt. Op de linkerpagina staat “Vergeet mij niet” naast een hartje van vergeet-mij-nietjes en daaronder de naam van mijn moeders oudste zuster, zijn latere verloofde…
Wilhelmus Wildschut, we kennen je naam.
We vergeten je niet.